Fantaterror Español | Offscreen
De horrorfilm, initieel verbannen onder het fascistische regime van generaal Frano, werd tijdens de laatste 10 jaar van diens taanende dictatuur ironisch gezien één van de meest populaire genres in Spanje. La Edad de Oro del Fantaterror Espagñol (het Gouden Tijdperk van de Spaanse Horror film) duurde van 1968 tot 1977 en ging hand in hand met een voorzichtige opening van de voorheen gesloten economie, de opkomst van het toerisme en het succesvolle terugverdienmodel van low budget genre (co)producties. Terwijl de lokale bevolking door de autoriteit van de Katholieke Kerk en het regime gecencureerde versie voor de kiezen kreeg, werd de internationale markt overspoelt met de ongekuiste en expliciete Eurohorror van Paul Naschy, Jess Franco en Amando de Ossorio.
Met de dood van Franco in 1977 en de daaropvolgende periode van de Transiciòn, sloeg de slinger helemaal de andere kant uit en kwam de productie van “minderwaardige” genrefilms door protectionistische maatregelen en een wetgeving die de productie van “hoge“ historische en politieke kwaliteitsfilms priviligeerde, nagenoeg tot een halt. Het is pas sinds eind jaren 90 dat het genre een nieuwe heropleving kent met regisseurs als Alex de la Iglesia (“Accion Mutante”, “El dia de la bestia”) of Alejandro Amenábar (“Tesis”, “Abre los ojos”, “The Others”). En in de fantastische films ”El labyrintho del fauno” (Guillermo del Toro,2006 ) en “El Orfanato” (Juan Antonio Byaona, 2007) wordt nu ook de zwarte bladzijde uit de Spaanse geschiedenis van Burgeroorlog en dictatuur op metaforische wijze verwerkt.
Guillermo del Toro (“Cronos”, “Crimson Peak”) had voor het internationale succes van “Pan’s Labyrinth” al een parabel over de Spaanse Burgeroorlog op zijn actief. “El Espinazo del Diablo” uit 2001 is een tragisch spookverhaal en ontroerend coming of age-drama over ‘personages gevangen in de tijd’ en de sinistere gebeurtenissen in een afgelegen Spaans weeshuis tijdens het bloedige conflict tussen fascisten en socialisten.
En ook het enfant terrible van de Spaanse genrecinema, cultregisseur Alex de la Iglesia, waagde zich op zijn eigenste barokke wijze aan een allegorie over het Spanje tijdens het Franco tijdperk. In “Balada triste de trompeta” gebruikt hij het circus al metafoor voor de gespleten persoonlijkheid van een natie die verscheurd werd door een burgeroorlog. Het resultaat is surreële shock cinema vol brutaal geweld maar met een duister sentimenteel hart.
Balada triste de trompeta
Tijdens de Franco-dictatuur in Spanje ontstaat er een bloederige strijd tussen twee clowns, een vrolijke en een trieste, om een beeldschone trapezeartieste. De la Iglesia verpakt dit allegorische melodrama in een pikzwarte horror extravaganza vol excessief geweld, karikaturale personnages en groteske set pieces.
El Espinazo del Diablo
Tijdens de Spaanse burgeroorlog belandt de jonge Carlos in een katholiek weeshuis waar het spook van een op mysterieuse wijze verdwenen weesjongen ronddwaalt. Del Toro mengt gothische horror en historisch melodrama tot een stijlvol geheel en herinnert er ons aan dat de meest angstaanjagende monsters mensen zijn.